maandag 3 oktober 2011

Gam tzu la Tova

AL WAT Hashem doet komt ons ten goede
(naar tractaat Berachot 60b)
Op een dag ging Rabbi Akiva op een lange reis.Hij nam een ezel ,een haan en een kaars mee.
Waarom nam hij een ezel mee?
Zodat hij daarop kon rijden als hij moe was,en ook om daarop zijn bagage te leggen.
Maar waarom nam hij een haan mee?
Om hem 's morgens te wekken met zijn gekraai.
En waarom nam hij een kaars mee?
Dan kon hij 's avonds de Tora lezen.
Zo stond Rabbi Akiva vroeg op,davvende en ging op weg.
Rabbi Akiva liep en liep een hele lange weg,en 's avonds bereikte hij een stadje.
Misschien kan ik wel slapen in de herberg.”dacht Rabbi Akiva
Maar er was helemaal geen herberg in het stadje dus vroeg R.Akiva aan de mensen die er woonden of zij een plaatsje in hun huis voor de nacht voor hem hadden.
Maar zij zeiden;”Wij hebben geen plaats,ga maar verderop!”.
Zo slenterde R.Akiva over straat,in het donker en de kou,en niemand die hem gastvrij
onthaalde.
Maar Rabbi Akiva zei:”Alles wat Hashem doet komt ons ten goede”.(gam tzu la tova)
Echter in zo'n stad wilde hij niet blijven,een plaats waar zoveel slechte,ongastvrije mensen woonden.
Dus ging hij naar het veld buiten de stad.
Daar zocht hij een plaatsje onder een boom,stak de kaars aan,gaf de haan en ezel
te eten,en ging toen zitten om Tora te lezen.
Zo vergat R.Akiva dat hij helemaal alleen buiten op het veld vertoefde.
Plotseling hoorde R.Akiva een luid geschreeuw en zag hoe een grote leeuw uit het struikgewas was gesprongen en de ezel verscheurde!
Nog stond R.Akiva stijf van schrik,of daar kwam al een kat aan die pardoes de haan opvrat.
Nog voordat hij tijd had om de haan uit de klauwen van de kat te redden,stak er een
harde wind op en blies de kaars uit.
Daar stond R.Akiva in volstrekte duisternis.
Hij was totaal berooid;geen ezel,geen haan en geen kaars.
Toen zei R.Akiva:”Alles wat Hashem doet ,komt ons ten goede.”
Plots hoorde hij uit de richting van de stad een enorm lawaai en geschreeuw.
Wat was er aan de hand?
Er waren juist die nacht vijanden naar het stadje gekomen en maakten iedereen krijgsgevangen.Hun weg voerde langs het veld waar R.Akiva zich bevond,maar omdat het donker was zag men hem niet en kon hij ontkomen.
Toen zei R.Akiva:
'Nu begrijpt iedereen,dat alles wat Hashem doet ons ten goede komt!
Als de leeuw de ezel niet had verscheurd,dan had deze zeker gebalkt,en als de kat de haan niet had verslonden,had die zeker gekraaid.
Als de wind de kaars niet had uitgewaaid,dan hadden de soldaten mij zeker opgemerkt en mee genomen in gevangenschap”.

Rabbi Akiva dankte Hashem,dat Hij hem gered had uit de handen van de soldaten,
en hij vervolgde de volgende morgen zijn weg in